Les 8: Beeldend vermogen

Kindertekeningen

In deze les is er gekeken naar kindertekeningen van 3 kinderen in de kleuterleeftijd. Alle drie de kinderen zijn 5 jaar oud en bevinden zich in het (pré)schematische stadium.  Het betreffen tekeningen van de stageschool van Anne Luijt (deze tekeningen zijn in de les besproken en bekeken). 


Het pré-schematische en schematische stadium (de theorie) 

In deze periode ontwikkelt een kind symbolen voor het weergeven van dingen die uit zijn omgeving komen of die belangrijk voor hem zijn. Vaak zijn dat mensen (papa of mama), maar ook kunnen het objecten zijn (auto of huis). Deze manier waarop kinderen tekenen hebben vaak herkenbare kenmerken, zoals een hoofd met benen (koppoter), als beeld van een mens. Een hoofd is meestal een cirkel met ogen erin en later ook een mond. De kop van een dier is hetzelfde, alleen aan de manier waarop het lichaam getekend wordt kun je zien dat het om een dier gaat. Opvallend is dat elk voorwerp, op welke plek dan ook, er ongeveer hetzelfde uitziet. Om ruimte weer te geven, worden voorwerpen voor elkaar geplaatst. Daarnaast is er sprake van doorzichtigheid (mensen zijn door de muur van een huis te zien) en omklapping (voorwerpen die haaks op elkaar staan, zijn naast elkaar getekend). 
Dit stadium start in de onderbouw, maar loopt nog door in de middenbouw. Tekeningen worden steeds complexer en verhalender. Ook worden er steeds meer voorwerpen weergegeven. 


De eerste tekening is van Tess (2008). Zij is samen met haar vader en moeder op het strand. Tess heeft de hele tekening gekleurd, voornamelijk met zee en strand (in objectkleuren). De mensfiguren op haar tekening zijn kopbuikpoters.  In vergelijking met onderstaande tekening van Manolito (ook uit 2008) zijn de gezichten wat meer gedetailleerd weergegeven: de mensen hebben bij Tess ogen, een neus, een mond, oren en vader heeft pupillen in zijn ogen. Doordat de mensen echt met ruimte ertussen zijn getekend, wordt er gesproken over een afzonderlijke plaatsing




De tweede tekening is van Thijs (2008). Deze tekening bevat weer andere elementen dan de tekening van Tess. In de tekening van Thijs is sprake van een grondlijn (aarde) en bovenin zijn wat wolken met regen getekend. Thijs heeft zichzelf met zijn moeder in de dierentuin getekend. De figuren zijn ook hier kopbuikpoters, met handen en vingers. De vingers staan zogenoemd haaks op de handen. Thijs heeft een kooi getekend, met daarin een olifant, krokodil en luipaard (er is sprake van overlapping). Alleen de krokodil is buiten de kooi. Ook Thijs heeft gebruik gemaakt van objectkleuren: hij herinnert zich een grijze olifant en een groene krokodil.




Als laatste is de tekening van Manolito (2008) bekeken. Manolito heeft zichzelf met zijn vader en nichtje op het strand getekend. Opvallend is dat hij zichzelf (in het midden) getekend heeft als koppoter, waar zijn vader en nichtje getekend zijn als kopbuikpoter. De gezichten bestaan uit haren, ogen en een mond. De armen en benen staan in haaks contrast (bevinden zich haaks op het lichaam). Het strand is afgebeeld in een objectkleur, namelijk geel. Dit is waarschijnlijk hoe Manolito zich het strand herinnert. Tot slot heeft Manolito ook over de hele tekening rondjes getekend. Dit is een soort schema waar Manolito zich aan vast lijkt te houden.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten